STATUTENWIJZIGING

(Huurdersvereniging Katwijkse-Zandvoortselaan en Kijkduinsestraat te ’s-Gravenhage)

 

 

Op [  ], verschijnt voor mij mr. Lucas Leopoldus Bernadette Maria Sturm, notaris te Amsterdam:

[  ].

De verschijnende persoon is mij, notaris, bekend.

De verschijnende persoon verklaart het volgende:

–     blijkens een aan deze akte gehecht schriftelijk besluit heeft de algemene ledenvergadering van Huurdersvereniging Katwijkse-Zandvoortselaan en Kijkduinsestraat te ‘s-Gravenhage, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd in de gemeente ‘s-Gravenhage, kantoor houdende te Kijkduinsestraat 1076, 2554 AL ‘s-Gravenhage, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer: 40410366 (“vereniging”) op [  ] besloten de statuten van de vereniging te wijzigen en de verschijnende persoon te machtigen deze akte te doen passeren en te tekenen; en

–     de statuten van de vereniging werden vastgesteld bij akte van oprichting, verleden voor mr. C.E. ter Veer, notaris te ‘s-Gravenhage, op vijf juni negentienhonderdeenentachtig.

Ter uitvoering van gemeld besluit tot statutenwijziging verklaart de verschijnende persoon de statuten van de vereniging in zijn geheel opnieuw vast te willen stellen als volgt:

STATUTEN

NAAM EN ZETEL

Artikel 1

  1. De vereniging is een onafhankelijke huurdersorganisatie genaamd:

      Huurdersvereniging Katwijkse-Zandvoortselaan en Kijkduinsestraat te ’s-Gravenhage.

  1. Zij is gevestigd in de gemeente ‘s-Gravenhage.

DOEL EN MIDDELEN

Artikel 2

De vereniging heeft als doel het behartigen van en opkomen voor de belangen van de huurders in het algemeen en haar leden in het bijzonder ten aanzien van het volgende wooncomplex: de flatwoning (en de daarbij behorende garage) gelegen aan de Katwijkse-Zandvoortselaan of Kijkduinsestraat te ’s-Gravenhage.

Artikel 3

De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:

  1. het doen van voorstellen aan de verhuurder en gemeente over onderwerpen van beleid en beheer die voor de bewoners van belang zijn;
  2. het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners bij het beleid en beheer van de woningen door het bevorderen van en het tot stand komen van commissies van bewoners, werkgroepen, zelfwerkzaamheid en sociale contacten;
  3. het bevorderen van een goede relatie tussen de verhuurder en de bewoners;
  4. het beleggen van bijeenkomsten, het verstrekken van informatie, het deelnemen aan overleg en het voeren van acties;
  5. het opbouwen en in stand houden van een organisatie.

Artikel 4

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de jaarlijkse (wettelijk verplichte) bijdrage van de verhuurder en kunnen bestaan uit de jaarlijkse contributie van de leden en schenkingen.
  2. Ieder lid is jaarlijks een bedrag verschuldigd, welk bedrag wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. De algemene ledenvergadering kan ook besluiten geen contributie van de leden te vragen.

LIDMAATSCHAP

Artikel 5

  1. Lid van de vereniging kunnen zijn: huurders van het wooncomplex.
  2. Het bestuur beslist over de toelating van leden. Een afwijzend besluit wordt met redenen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de betrokkene medegedeeld.
  3. Tegen een afwijzend besluit kan de aanvrager binnen één maand na ontvangst van het afwijzend besluit schriftelijk beroep instellen bij de algemene ledenvergadering.
  4. De secretaris houdt (met inachtneming van deze statuten) een register bij waarin onder andere de namen en (e-mail)adressen van de leden zijn opgenomen.

Artikel 6

  1. Het lidmaatschap eindigt:
  2. door opzegging van de huur in het wooncomplex, zulks per het moment dat de huur is geëindigd;
  3. door overlijden van het lid;
  4. wanneer de vereniging opgeheven wordt;
  5. door opzegging van het lid;
  6. door opzegging door de vereniging wanneer het lid zijn verplichtingen naar de vereniging niet nakomt; of
  7. door ontzetting door het bestuur in het geval een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  8. Indien het lid zelf het lidmaatschap opzegt geschiedt dit tegen het einde van het verenigingsjaar met een opzeggingstermijn van vier (4) weken. In de overige gevallen (waaronder het geval genoemd onder artikel 6 lid 1 sub a, alsmede de gevallen als in de wet bepaald), kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang worden opgezegd.
  9. Bij beëindiging van het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, is het betrokken lid de contributie (indien hier sprake van is) verschuldigd over het gedeelte van het verenigingsjaar dat hij lid was.       

BESTUUR

Artikel 7

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie (3) en ten hoogste zeven (7) personen, die door de algemene ledenvergadering worden benoemd, geschorst en ontslagen. De algemene ledenvergadering besluit tevens wie de voorzitter van het bestuur is. De overige functies worden door het bestuur verdeeld.
  2. Het bestuur bestaat uit leden van de vereniging.
  3. Een bestuurder wordt benoemd voor een periode van drie (3) jaar en blijft in functie totdat er in zijn opvolging is voorzien (ook al wordt hiermee de termijn van drie (3) jaar overschreden). Een bestuurder is herkiesbaar.
  4. Een bestuurder heeft recht op een onkostenvergoeding met betrekking tot werkzaamheden die hij heeft verricht voor de vereniging. Bij twijfel of bepaalde werkzaamheden hier onder vallen, beslist het bestuur.
  5. Is het bestuur niet voltallig dan behoudt het zijn bevoegdheden. Het bestuur probeert in dat geval zo snel mogelijk de vacature(s) in te vullen.
  6. Voor vacatures in het bestuur kunnen kandidaten worden voorgesteld door het bestuur en door ieder lid. Tijdig voor elke verkiezing stelt het bestuur de leden in kennis van het aantal vacatures.
  7. Geen bestuurder kunnen zijn: zij die een arbeidsovereenkomst hebben met de vereniging; zij die leveranties verrichten of betaalde diensten verlenen aan de vereniging; zij die eerste graad bloed- of aanverwant zijn of gehuwd zijn (of in een duurzaam samenlevingsverband leven) met een persoon als hiervoor bedoeld.
  8. Een bestuurder is niet meer in functie:
  9. door zijn overlijden;
  10. door zijn aftreden;
  11. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;
  12. door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing waarbij een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
  13. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;
  14. door zijn ontslag verleend door de algemene ledenvergadering;
  15. nadat het bestuur heeft vastgesteld dat er een situatie zoals bedoeld in lid 7 zich heeft voorgedaan, per de datum van het bestuursbesluit waarin dit is vastgesteld;
  16. per het moment dat een bestuurder geen lid van de vereniging meer is;
  17. indien een bestuurder voor ten minste drie (3) jaar in functie is, per het moment dat zijn opvolger is benoemd en in functie getreden.
  18. Indien een bestuurder op grond van artikel 7 lid 1 is geschorst, vervalt deze schorsing, indien de algemene ledenvergadering niet binnen drie (3) maanden na de datum van ingang van de schorsing, een besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing heeft genomen. Een schorsing kan voor ten hoogste drie (3) maanden worden gehandhaafd door de algemene ledenvergadering, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
  19. In geval van ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de andere bestuurders of is de andere bestuurder tijdelijk met de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de betreffende bestuurder belast. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of van de enige bestuurder zijn de drie (3) personen die daartoe jaarlijks worden aangewezen door de algemene vergadering tijdelijk met de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het bestuur belast.
  20. Een bestuurder is wettelijk verplicht om zijn/haar taken naar behoren te vervullen, met inachtneming van deze statuten en de wet. Wanneer sprake is van onbehoorlijk bestuur en er ontstaat als gevolg daarvan schade, dan kunnen bestuurders voor die schade aansprakelijk gesteld worden.

VERTEGENWOORDIGING EN BESTUURSBEVOEGDHEID

Artikel 8

  1. Het gehele bestuur of twee (2) bestuurders die gezamenlijk handelen is/zijn bevoegd om de vereniging te vertegenwoordigen.
  2. Het bestuur dient zich in te spannen om de doelen van de vereniging (zoals genoemd in artikel 3) te realiseren. Daarnaast behoort tot de taak van het bestuur in elk geval:
  3. het opstellen van het bestuursverslag, de jaarrekening en de begroting;
  4. het voorbereiden en uitvoeren van verenigingsbesluiten;
  5. het opstellen en naleven van een reglement inzake de omgang met persoonsgegevens overeenkomstig de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
  6. Het bestuur mag uitsluitend na vooraf gekregen toestemming van de algemene ledenvergadering (een samenstel van) rechtshandelingen aangaan waar een bedrag mee gemoeid is van meer dan éénduizend euro (€ 1.000,00).
  7. Het bestuur kan één of meer bestuurders machtigen over bank- en girosaldi van de vereniging te beschikken en daarbij zodanige voorwaarden te stellen als het bestuur goeddunkt. Eveneens kan het bestuur vaststellen dat voor bepaalde beschikkingen over bank- en girosaldi ten minste de handtekeningen van twee bestuurders nodig zijn.
  8. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
  9. Het bestuur kan een of meer commissies instellen die het bestuur assisteert bij de uitoefening van haar taak. Bij het instellen van een commissie stelt het bestuur de bevoegdheden van de commissie vast. Het bestuur is bevoegd om een reglement op te stellen waaraan de commissieleden zich moeten houden. Dit reglement kan door het bestuur worden aangepast.

VERGADERINGEN EN BESLUITEN BESTUUR

Artikel 9

  1. Ten minste driemaal per jaar wordt een bestuursvergadering gehouden en verder wanneer de voorzitter of ten minste twee bestuurders dit nodig achten.
  2. De aankondiging van de vergadering gebeurt ten minste vijf (5) dagen van tevoren, waarbij de dag van de aankondiging en de dag van de vergadering niet worden meegerekend.
  3. De aankondiging gebeurt schriftelijk en/of per e-mail met vermelding van de plaats, aanvangstijd en agenda met bijbehorende stukken.
  4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt een andere bestuurder aangewezen als voorzitter van de vergadering. Er worden notulen gemaakt van hetgeen besproken en besloten is. Afwijkende meningen worden in de notulen opgenomen. De notulen worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.
  5. Zijn op de vergadering alle bestuurders aanwezig, dan kunnen besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen.
  6. Zijn bij de vergadering niet alle bestuurders aanwezig, dan kunnen alleen besluiten worden genomen over onderwerpen die bij de aankondiging zijn medegedeeld.
  7. Indien een bestuurder niet aanwezig kan zijn, kan hij een volmacht afgeven aan een andere bestuurder om hem ter vergadering te vertegenwoordigen. Een bestuurder kan slechts optreden als gevolmachtigde voor één andere bestuurder.
  8. Het bestuur kan alleen rechtsgeldige besluiten nemen in een vergadering waar ten minste de helft van het aantal bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Is het vereiste aantal niet aanwezig dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen waarin ongeacht het aantal aanwezige bestuurders besluiten kunnen worden genomen over de punten die op de agenda stonden van de in het vorige lid bedoelde vergadering. Leden 2 en 3 van dit artikel zijn ook op de tweede vergadering van toepassing.

Artikel 10

  1. Alle besluiten worden door het bestuur genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Een blanco of ongeldige stem is geen stem.
  2. Indien een bestuurder dit wenst, wordt schriftelijk gestemd.
  3. Als in een vergadering wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel, is het oordeel van de voorzitter over de stemming en de beschrijving van het besluit na de stemming beslissend.
  4. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel en/of beschrijving van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats of volgt een nieuwe beschrijving indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk is gebeurd, een bestuurder dit verlangt. Door deze nieuwe stemming en/of beschrijving vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  5. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene ledenvergadering.

ALGEMENE LEDENVERGADERING

Artikel 11

  1. De algemene ledenvergadering wordt gevormd door alle leden en is het hoogste orgaan van de vereniging. Aan de algemene ledenvergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Naast wat in de wet of elders in deze statuten is bepaald, behoort tot de taak van de algemene ledenvergadering:
  3. het vaststellen van de begroting;
  4. het beoordelen en eventueel goedkeuren van het bestuursverslag en het vaststellen van de jaarrekening;
  5. de benoeming van de kascommissie voor het volgende verenigingsjaar;
  6. de benoeming van de personen als bedoeld in artikel 7 lid 10.

Artikel 12

  1. Ten minste eenmaal per jaar wordt een algemene ledenvergadering gehouden.
  2. De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur met inachtneming van een termijn van minimaal veertien (14) dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling. Indien op verzoek van een huurder een e-mailadres is opgenomen in het ledenregister, kan de schriftelijke mededeling ook per e-mail verstuurd worden.
  3. Behalve de in lid 1 bedoelde vergadering zullen algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk acht, alsmede zo dikwijls dit schriftelijk met opgave van de behandelen onderwerpen wordt verzocht door ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de algemene ledenvergadering.
  4. Na ontvangst van een verzoek als in lid 3 bedoeld, is het bestuur verplicht tot bijeenroeping van een algemene ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier (4) weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien (14) dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze, waarop het bestuur de algemene ledenvergaderingen bijeenroept.

TOEGANG TOT EN STEMRECHT IN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING

Artikel 13

  1. Alle leden die niet geschorst zijn (met uitzondering van het geval dat er over de schorsing van een lid een besluit wordt genomen, en dan alleen met betrekking tot de agendapunten waarin de schorsing besproken wordt) hebben toegang tot de algemene ledenvergadering en hebben daar stemrecht. Elk lid (inclusief elke bestuurder in zijn hoedanigheid van bewoner) heeft ter vergadering één (1) stem. Een lid mag aan een ander lid een schriftelijke volmacht verlenen om namens dit lid te stemmen (waarbij het lid op de volmacht kan aangeven hoe er gestemd moet worden ten aanzien van de geagendeerde onderwerpen).

Ieder lid is tevens gerechtigd elektronisch te participeren in een algemene ledenvergadering, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, mits:

  1. het lid via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd;
  2. het lid kennis kan nemen van het ter vergadering verhandelde en de andere leden kennis kunnen nemen van zijn bijdragen aan de vergadering;
  3. het lid zijn stemrecht kan uitoefenen.

Een stem die voorafgaand aan een algemene ledenvergadering elektronisch wordt uitgebracht wordt gelijkgesteld met een stem die tijdens de algemene ledenvergadering wordt uitgebracht, mits deze niet eerder is uitgebracht dan op de dertigste dag voor de dag van de vergadering.

  1. Een schriftelijk unaniem besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende algemene ledenvergadering.
  2. Stemming over zaken geschiedt mondeling of schriftelijk; over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie (zoals bijvoorbeeld door applaus of gejuich) is mogelijk mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter en geen van de aanwezige leden zich daartegen verzet.
  3. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee (2) personen die het grootste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldige uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en ongetekende stemmen.
  4. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist vindt een nieuwe stemming plaats indien een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
  5. Het bestuur kan besluiten om de verhuurder en/of de door de verhuurder aangestelde managementorganisatie uit te nodigen voor de algemene ledenvergadering. Deze hebben in de vergadering wel spreekrecht, doch geen stemrecht.

VOORZITTERSCHAP EN NOTULEN VAN DE ALGEMENE LEDEN VERGADERING

Artikel 14

  1. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging. Ontbreekt de voorzitter, dan treedt een door het bestuur aan te wijzen andere bestuurder als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
  2. Van elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter aangewezen persoon notulen gemaakt, die in de volgende algemene ledenvergadering worden vastgesteld. Indien alle aanwezige leden daarmee instemmen kunnen de notulen ook door alle leden onmiddellijk na de vergadering worden vastgesteld. De inhoud van de notulen is beschikbaar voor de leden.

BESTUURSVERSLAG, JAARREKENING EN VERANTWOORDING

Artikel 15

  1. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur brengt aan de algemene ledenvergadering binnen zes (6) maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene ledenvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één van hun, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
  4. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit.

      De kascommissie bestaat uit twee (2) leden van de vereniging, die niet in het bestuur zitten. De leden van de kascommissie worden benoemd door de algemene ledenvergadering. Ieder jaar wordt één lid vervangen. Aftredende commissieleden zijn voor het daaropvolgende verenigingsjaar niet herkiesbaar.

  1. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie zich door een deskundige laten bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te geven en inzage in de boeken en stukken van de vereniging te geven.
  2. De kascommissie kan altijd door een andere kascommissie worden vervangen indien de algemene ledenvergadering daartoe besluit.
  3. Het bestuur is verplicht de stukken bedoeld in de leden 2 en 3, gedurende de termijn die de wet daaraan stelt, te bewaren.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 16

  1. De algemene ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
  2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet of de statuten.

WERKGROEPEN/ COMMISSIES

Artikel 17

  1. De algemene ledenvergadering kan werkgroepen en/of commissies instellen. Bij de instelling van een werkgroep en/of commissie wordt aangegeven wat het doel van de werkgroep en/of commissie is.
  2. Een werkgroep en/of commissie kan bestaan uit leden en niet-leden. In een werkgroepen/of commissie heeft minimaal één bestuurder zitting.
  3. Een werkgroep en/of commissie stelt jaarlijks een lijst met activiteiten voor het volgende kalenderjaar vast en doet beknopt verslag van de activiteiten van het afgelopen kalenderjaar. Beide worden bekend gemaakt aan de algemene ledenvergadering.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 18

  1. De statuten van de vereniging kunnen alleen veranderd worden door een besluit van de algemene ledenvergadering. In de aankondiging van de vergadering moet worden medegedeeld dat een wijziging van de statuten wordt voorgesteld.
  2. De aankondiging van de algemene ledenvergadering, moet minimaal zeven (7) dagen voor de vergadering aan alle leden worden toegezonden, met daarin de voorgedragen wijziging woordelijk opgenomen.
  3. Een besluit tot statutenwijziging vereist ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van het totale aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

      Is het vereiste aantal leden niet aanwezig dan wordt binnen vier (4) weken een tweede vergadering bijeengeroepen waarin ongeacht het aantal aanwezige leden het besluit tot statutenwijziging kan worden genomen, met een meerderheid van ten minste twee derde van het ter vergadering aanwezige aantal stemmen dat zich voor het voorstel heeft uitgesproken.

  1. Een statutenwijziging treedt pas in werking nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Elke bestuurder is bevoegd de notariële akte te laten opmaken en ondertekenen/passeren.

ONTBINDING

Artikel 19

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ledenvergadering. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 van artikel 18 is van overeenkomstige toepassing.
  2. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur.
  3. Het batig saldo na vereffening wordt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren, overgedragen. Ieder van hun ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven, zoals een Algemeen Nut Beogende Instelling.
  4. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
  5. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

SLOTVERKLARING

Waarvan deze akte in minuut wordt verleden te Amsterdam op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.

Na mededeling aan de verschijnende persoon van de zakelijke inhoud van de akte, het geven van een toelichting daarop en het wijzen op de gevolgen die uit de akte voortvloeien, verklaart de verschijnende persoon van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en met de inhoud en beperkte voorlezing van de akte in te stemmen.

Vervolgens is deze akte onmiddellijk na voorlezing van die gedeelten van de akte, waarvan de wet voorlezing voorschrijft, door de verschijnende persoon en mij, notaris, ondertekend.